|
De Batjan - Amsterdam
Niet iedereen zal De Batjan vanwege het gezamenlijk gebruik van sanitair, woonkamer en keuken een ideale woonvorm vinden. De bewoners zijn echter tevreden met hun voordeursleutel, ze voelen zich veilig.
De Batjan (‘klein’ in het Indonesisch) is een woonvoorziening van HVO-Querido in Amsterdam en bestaat dertien jaar.
De patiënten lijden aan psychoses. Zesentwintig wonen er in het gebouw en zeven ‘buiten’. Ik loop het gebouw bijna voorbij, zoek naar een bord. Dat is er niet, De Batjan is volledig geïntegreerd in een woonblok. Binnen ontmoet ik Charlotte Wilson en Chris de Ridder, beiden hulpverlener en zorgcoördinator. Wilson: ‘De bewoners (tussen de 30 en 70 jaar) hebben veel meegemaakt. We werken met zeventien begeleiders. In huis bieden we dagactiviteiten aan, maar bewoners gaan ook naar externe dagbesteding.’ De Batjan heeft een samenwerkingsverband met GGZ-klinieken.
Krachten
‘We gaan elk jaar met een paar bewoners een weekje op vakantie, naar Turkije of Spanje. Dan dromen we op een terrasje ver weg van Nederland dat we volgend jaar wel naar Las Vegas, Suriname of Japan willen. Zoveel enthousiasme, daar word ik blij van’, vertelt Wilson.
De medewerkers van De Batjan zijn geschoold volgens de (uit Amerika afkomstige) methode 'krachtgericht werken': werken aan perspectief voor daklozen, hun talenten ontwikkelen, krachten zien en gebruik maken van hulpbronnen. Wat zijn de talenten van iemand, waar was iemand vroeger goed in? Dat proberen we hier weer op te pakken. Voor De Ridder was het krachtgericht werken wennen: ‘We proberen de bewoners te prikkelen.’
Familie
Bewoner Glenn: ‘er kan niet genoeg bekendheid aan De Batjan worden gegeven’. Zijn zus Samantha is blij met De Batjan. ‘Glenn is er in goede handen’, vertelt ze, ‘hij krijgt van kundige, toegewijde en bevlogen mensen de zorg die hij nodig heeft.’
Lang geleden wilde Glenn onderwaterarcheoloog worden. Na de dood van zijn moeder werd hij psychotisch, afstuderen lukte niet meer. Hij dronk, was dakloos, is na een zelfmoordpoging opgenomen op een psychiatrische afdeling.’
Samantha is altijd betrokken gebleven, maar voelde zich vaak machteloos, kwaad en verdrietig. De Ridder: ’We proberen contact met de familie van onze bewoners te houden of te krijgen, maar dat is niet altijd makkelijk. We organiseren elk jaar een tuinfeest of barbecue en proberen de contacten te onderhouden. Maar soms wil of kan de familie het niet opbrengen of wil een bewoner echt geen contact. Dat moeten we respecteren.’
Tachtig baantjes
Glenn komt net terug van zwemmen. ‘We gaan met een groepje vanuit De Batjan, het busje haalt en brengt ons. Mijn conditie gaat vooruit, ik zit al op tachtig baantjes van tien meter. Maar het gaat ook beter omdat ik niet meer drink. Ik heb vreselijke tijden meegemaakt, mezelf verdoofd met whisky, jenever en bier. Ik schrok toen bleek dat mijn geheugen en coördinatie achteruit gaan, men dacht zelfs aan beginnende Korsakov. Ik ben meteen gestopt.’
Vroeger speelde Glenn in een bandje, maar tegenwoordig schaakt hij tegen de computer. ‘Met een bord en houten stukken vind ik eigenlijk leuker.’ Glenn leert veel in De Batjan. Hij doet trainingen, leert op een systematische manier vaardigheden, herkent de waarschuwingssignalen bij een opkomende psychose en weet meer over de blijvende symptomen. Ook leert hij om te gaan met vrije tijd. Glenn eet mee in De Batjan. Elke dag kookt een begeleider, samen met bewoners die vrijwillig meedoen. ‘Alleen boodschappen doen en koken lukt mij niet.’
Harrie woont ook in De Batjan. Hij is van iedereen, alle bewoners zijn dol op de zwarte kater. De Batjan lijkt ook voor Harrie een veilige plek.
Informatie over De Batjan:
www.hvoquerido.nl/batjan.html
|
|
|