|
Schizofrenie en bewegingsstoornissen
Trillen, stijf en houterig bewegen en spontane bewegingen aan gezicht, romp of ledematen. Het komt voor bij mensen met schizofrenie. Psychiater Diederik Tenback promoveerde op bewegingsstoornissen bij schizofrenie: “Psychiaters hebben weinig oog voor stijfheid en mimiek en richten zich op wanen en hallucinaties. Ik vraag mij af of dat bij schizofrenie wel altijd het belangrijkste is. De kwaliteit van leven zou een belangrijker rol moeten spelen.”
Bewegingsstoornissen en psychotische symptomen:
Bij een psychose is er een verstoring van de dopamine in het hersensysteem.
Er zijn in de hersenen vier dopamine-banen te onderscheiden:
• een voor de wanen en hallucinaties
• een voor de cognitie (denken en geheugen)
• een voor het bewegingssysteem
• een met invloed op het seksueel functioneren.
Als mensen in een van die banen een verstoring hebben, kan dat de andere drie banen verstoren. Naast wanen en hallucinaties komen dan ook vaak problemen op het gebied van geheugen en denken, bewegen en seksualiteit voor.
Schizofrenie en het lichaamsmechanisme voor bewegen:
Het is waarschijnlijk dat bepaalde kenmerkende bewegingsstoornissen te maken hebben met het feedbackmechanisme van de neurotransmitter dopamine. We hebben allerlei soorten thermostaat-regelingen in ons lichaam. Als we de dopamine gaan wegvangen met antipsychotica, dan gaat het lichaam harder werken en meer receptoren voor dopamine aanmaken. Hoe beter dit compensatiemechanisme bij iemand werkt, hoe meer kans hij of zij heeft op bewegingsstoornissen en hoe minder de symptomen te onderdrukken zijn.
Medicatie en bewegingsstoornissen:
Bewegingsstoornissen kunnen een bijwerking zijn van de medicatie maar ook van de schizofrenie zelf. Mensen die gevoelig zijn voor psychose hebben soms al een verstoring van het bewegingssysteem voordat zij medicatie gebruiken. Ook blijkt uit onderzoek dat familieleden van mensen met schizofrenie meer dan gemiddeld last hebben van bewegingsstoornissen.
Een licht vooroverbuigende houding, kleine pasjes, armen die niet goed meebewegen en gebrek aan mimiek, kunnen een arts informatie geven over een mogelijke dopamine-ontregeling. Als de verstoring in het dopamine-systeem maar ernstig genoeg is, treden ook zonder medicatie trillen en stijfheid (parkisonisme) en spontane bewegingen aan gezicht, romp of ledematen (dyskinesie) op.
Bewegingsproblemen en behandeling:
De een is gevoeliger voor het krijgen van problemen met bewegen door schizofrenie en de medicatie daartegen dan de ander. Wat betekent die kennis voor de behandeling?
Op het moment dat iemand bewegingsstoornissen krijgt na toediening van antipsychotica weten we dat zijn of haar systeem gevoelig is voor de blokkade van dopamine. De arts kan daar rekening mee houden bij de keuze van het soort antipsychoticum en de dosering. Door goed op bewegingsstoornissen te letten kan de arts beter inspelen op het beloop van de schizofrenie. Ook therapieresistentie, dat mensen niet reageren op medicatie, is mogelijk mede te verklaren uit een sterkere feedback in het dopamine-systeem.
Kwaliteit van leven:
Het blijft moeilijk het effect van de antipsychotica en het effect van schizofrenie zelf op het bewegen goed van elkaar te onderscheiden. Er is minder oog voor bewegingsstoornissen, als stijfheid en mimiekarmoede, omdat het bij psychiaters traditioneel gaat om de effectiviteit van de behandeling van wanen en hallucinaties. Ik vraag mij af of dat bij schizofrenie wel altijd het belangrijkste is. Een van mijn eerste patiënten drukte me op het hart om juist niet alle stemmen weg te halen, want dan werd ze zo eenzaam. Bij medicatie zou de vraag moeten worden gesteld hoeveel rendement er is te behalen en hoe zwaar dit opweegt tegen de (potentiële) bijwerkingen. Deze vraag wordt te weinig gesteld.
Aandacht en opsporing:
Mensen met schizofrenie die langdurig zijn opgenomen klagen weinig over bewegingsstoornissen terwijl die vaak goed zichtbaar zijn. Het is de taak van de arts om daar iets mee te doen.
Bij GGZ Centraal hebben we, bij het voorschrijven van medicatie, een procedure met een hele reeks van tests om bijwerkingen op te sporen. Je kunt vragen naar bewegingsstoornissen, maar beter is het om ze ook objectief te beoordelen. Dat kan door een standaard onderzoek. Ik vind het goed dat er steeds meer aandacht komt voor bewegingsstoornissen. We kunnen daardoor, na zestig jaar ervaring met antipsychotica, een stap voorwaarts zetten in de behandeling van schizofrenie.
Diederik Tenback, psychiater bij GGZ Centraal (Zon en Schild)
is gepromoveerd op bewegingsstoornissen bij schizofrenie.
Mette Lansen en Maarten Muis interviewden hem.
|
|
Feedbackmechanisme
Feed-back of terugkoppelingsmechanisme is een mechanisme waarbij de gevolgen van een proces een invloed (versterkend of remmend) hebben op de oorzaak van het proces. |
Neurotransmitter
Chemische stof als overbrenger van de zenuwprikkel. |
Dopamine
Een neurotransmitter stof die in de hersenen voorkomt en zorgt voor signaal overdracht tussen neuronen(zenuwcellen). |
Receptoren
Receptoren zijn ontvangende cellen voor chemische signaalstofjes (neurotransmitters) in de hersenen. |
|