Zeggen en zwijgen


Mijn dochter Carolien worstelt alweer zo'n twintig jaar met haar stoornis. Eerst heette het ernstig neurotisch, toen borderline syndroom en lichte schizofrenie. Sinds kort heeft ze de diagnose schizo-affectieve stoornis. In die twintig jaar hebben wij een grote emotionele afhankelijkheid opgebouwd. We proberen dat al heel lang 'uit te splitsen', zoals Carolien het noemt, maar daar zat tot voor kort weinig schot in. In de afgelopen tijd hebben wij samen veel kunnen veranderen. Belangrijk daarbij is geweest dat ik leermeesters vond die mij praktische en concrete aanwijzingen gaven. Ik kwam ze tegen bij een training die ik volgde.

Carolien en ik werken nu samen aan een open en eerlijke communicatie. Dat betekent voor mij dat ik de moed moet hebben om te zeggen wat ik wil zeggen en te luisteren en te zwijgen als dat beter is. Ik wil Carolien de ruimte geven om zichzelf te ontplooien, op haar manier en in haar tempo. Daarvoor moet ik mijn angst overwinnen. Geen bezorgde, beschermende houding aannemen. Niet adviseren, niet helpen, tenzij het dringend nodig is. Ik heb ontdekt dat dat alleen maar kan als ik voortdurend kritisch bij mijzelf naga waarom ik reageer zoals ik reageer.

Luisteren en een enkele vraag
Carolien kan zich intens verdrietig voelen over wat er in het verleden is gebeurd, over het feit dat zij eenzaam is en slecht functioneert in de maatschappij. Als zij daarover wil praten wil ik luisteren en een enkele aanmoedigende vraag stellen. Dit kan haar helpen bij het verwerken van het verleden en van de pijn om haar handicap. Dat is geen makkelijke opgave. Het is voor mij heel pijnlijk om aan te horen hoe moeilijk zij het heeft. Carolien zegt nu: "Jij probeerde vroeger altijd te vluchten. Jij kon er niet tegen als ik over het verleden begon." Dat klopt, ik ging relativeren, meeleven en geruststellen of afleiden. Dat maakte dat zij zich nog beroerder voelde.

Carolien wikt en weegt lang voor zij iets onderneemt. Zij heeft de gewoonte om op een vragende manier over problemen te praten en toch wil ze geen adviezen horen. Dat is moeilijk voor mij. Ik ben namelijk erg oplossingsgericht en geef graag adviezen. Ik loop, als ik niet oppas, in de val. Carolien zegt zelf: "Al pratend zet ik de dingen op een rij en wordt het mij duidelijk waar het om gaat. Het zijn gewoon vragen die ik mezelf hardop stel en het is niet de bedoeling dat jij ze beantwoordt." Ook in zulke gevallen is het dus belangrijk dat ik alleen maar luister en vragen stel.

Telefoonterreur
Carolien heeft dagen dat haar iets dwars zit, maar zij weet niet wat. Zij ziet overal problemen en voelt steeds meer spanning. Dan grijpt zij de telefoon. Zij klampt zich als het ware telefonisch aan mij vast. Zij verwacht de oplossing van mij. Als ik niet oppas gaat dat de hele dag door. De spanning wordt steeds groter en het eindigt met een van haar heftige uitbarstingen, omdat ik haar niet helpen kan. Luisteren en vragen stellen lost niets op in die situatie. Zij blijft hangen in het probleem. Die telefoontjes maken mij machteloos en angstig. Ik heb de neiging om te relativeren en te sussen. Dit werkt averechts. De volgende dag voelt Carolien zich dan weer schuldig, omdat zij mij heeft lastig gevallen. Carolien en ik zijn het erover eens dat wij dit niet willen. Iemand vergeleek het met een ballon, die wij samen opblazen. "De spanning wordt steeds groter tot de ballon barst. Het is een negatieve manier van aandacht vragen en geven. Wie eraan meewerkt houdt het in stand."

Toen de situatie zich weer voordeed probeerde ik het met een confrontatie. Ik zei met krachtige stem: "Ik heb nu drie keer hetzelfde gehoord. Overdrijven is ook een kunst. Dat zeg jij wel eens tegen mij en nu zeg ik het tegen jou." De hoorn werd op de haak gesmeten. Een half uur later ging de telefoon weer. Ik nam met een zwaar hart op. Carolien deelde opgelucht mee: "Ik ben eruit, ik heb het zelf uitgesplitst."

Het leuke is dat Carolien en ik nu samen aan de verandering werken en er in alle openheid over praten. We corrigeren elkaar als we afwijken van de nieuwe afspraken. We hebben al veel bereikt. Het is niet gemakkelijk. Iemand maakte de vergelijking met een diep karrenspoor. Je wilt een ander spoor gaan trekken, maar je glijdt, als je niet oppast, terug in het oude spoor. Je moet vaak door het nieuwe spoor rijden om het goed in te slijten.

Naam bekend bij de redactie




Share on Facebook Share on Twitter